Inhoudsopgave
Gaat er iets boven zo’n eerste reisdag op een nieuwe bestemming? Nee toch? Wij landen in Singapore op vrijdag rond het avondeten, checkten we in ons hotel, aten een hapje, en doken daarna compleet uitgeput ons bed in. De volgende ochtend sliepen we uit, en besloten we een kijkje te nemen in een aantal kleurrijke wijken van Singapore. Want als je denkt dat Singapore steriel en saai is, dan heb je het mis!
Singapore doet me op sommige punten heel erg aan Amerikaanse steden denken, met zijn hoogbouw en strakke appartementencomplexen en geplande layout. En ja, dat is een beetje nietszeggend. Maar als je even buiten die bubbel treedt, kom je al snel in een vrolijke drukte terecht. Die wijken barsten juist van cultuur en geven een mooi inkijkje in de geschiedenis en etnische diversiteit van de stad/land. Op onze eerste dag bezochten wij Little India, Tiong Bahru en Chinatown. Kijk mee!
Lees hier mijn stadsgids met al mijn tips voor Singapore bezoeken!
Little India
Singapore kent een mix van culturen vanwege de verschillende nationaliteiten die in de stad wonen. Een kleine tien procent van de bevolking is Indiaas, wat natuurlijk een eigen wijk met zich meebrengt: Little India. Als we uitstappen uit de taxi, is het eerste wat ik uitroep: “Wat een drukte!”. We laten de opmerking even op ons indalen en grinniken. Over anderhalve maand staan we in het échte India.
Soms heb je in steden dat een etnische wijk in een soort toeristenattractie verandert, en daarmee zijn kern verliest, maar dat gevoel heb ik in Little India niet. Als ik om me heen kijk zie ik weinig (blanke) toeristen, en vrijwel alleen maar echte Indiërs in kleurrijke kledij en met bindi op hun voorhoofd. Little India is niet groot en concentreert zich rondom Serangoon road, en een aantal straten daaromheen.
Onze eerste stop, en de grootste bezienswaardigheid is de kleurrijk versierde Sri Veeramakaliamman tempel, die stamt uit 1881 (al was de bouw pas in 1986 compleet). Wij trekken onze schoenen uit en lopen het gebouw binnen. Althans… het gebouw is stampvol en we sluiten achteraan in de menigte. Nadat ik over de hoofden heen door de tempel gluur, hoor ik ineens luide muziek en blijken we net een traditionele ceremonie te treffen. Wat een geluk! Ik heb geen idee wat er precies vereerd werd, maar ik vond het wel bijzonder het te mogen aanschouwen.
We struinen nog even door de straten, en komen uiteindelijk met rommelende maagjes terecht bij Khansama tandoori restaurant, waar we allebei smaakvolle (en pittige!) linzencurry’s en naan eten. Zeker een aanrader.
———————————–
Tiong Bahru
We willen onze dag eindigen in Chinatown, dus zochten we nog een plek om even wat tijd door te brengen. Dat werd Tiong Bahru, dat niet ver van Chinatown ligt. Dit is de hipsterwijk van Singapore en ook zo’n beetje expat-central, te zien aan het publiek dat wij hier tegenkomen. De wijk is vooral leuk voor mensen die van cafeetjes, winkelen en restaurants houden. Wij waren er eigenlijk best snel klaar, maar ik denk dat dit wel een leuke wijk is om te verblijven, omdat je dan vaker eettentjes enzo zult bezoeken.
———————————–
Chinatown
De allergrootste bevolkingsgroep (76%) in Singapore is Chinees. Dat wist ik niet, maar als je eenmaal in Singapore ben, wordt je constant met Chinees geconfronteerd. Ik had geen idee! Chinatown is dan ook één van de belangrijkste wijken in de stad (er zijn trouwens meer Chinese wijken in de stad). De wijk ligt relatief centraal, en is groot. En wij treffen het: vanwege het Autumn Moon Festival is de wijk versierd. De Buddha Tooth Relic Temple is één van de belangrijkste trekpleisters in de wijk, en zeker een bezoekje waard.
Binnen in de tempel verwonder ik me over alle prachtige beeldjes, de Chinese cultuur en de waanzinnige gouden altaren. De tempel is gebouwd in de stijl van de Tang-dynastie en stamt pas uit 2002. Dat het deze architectuur kent is eigenlijk bijzonder, omdat het stamt uit Noord-China en de meeste migranten en bouwwerken in Chinatown in Singapore een Zuid-Chinese achtergrond en stijl kennen. Daardoor zou het historisch gezien gepaster zijn geweest om daarvoor te kiezen. De tempel is gratis te bezoeken (alles in dit artikel is gratis te bezoeken trouwens).
De beste activiteit om te doen in Chinatown is gewoon lekker ronddwalen. De straten staan vol met stalletjes waar afwisselend luide muziek en luide marktkoopmannen te horen zijn. Hier zijn zeker veel meer toeristen te vinden, maar nog steeds ook heel veel mensen met Chinese afkomst. Loop langs de stalletjes en kijk of je een souvenir tegenkomt dat je graag mee naar huis neemt.
In de verte zien we nóg een kleurrijke tempel, maar om daar te komen lopen we eerst door Pagoda Street, een gezellige en drukke smalle straat met een treurig verleden. Tussen 1850 en 1880 was dit hét centrum van zowel Opium als slavernij. Dit hield elkaar in stand, doordat de slaven (coolies) met een uitzichtloos bestaan massaal aan de drugs raakten om hun pijn te vergeten. De plaatselijke regering stond het allemaal oogluikend toe. Vanaf de twintigse eeuw verdween dit langzaam, en maakten de drugs en cooliehuizen plaats voor winkeltjes. De straat is vernoemd naar de toren op de tempel die ik al eerder noemde, ook al is dit geen pagoda, maar een gopuram.
De Sri Mariamman tempel is de grootste en oudste hindoetempel in Singapore, gebouwd in 1827 met voornamelijk hout en palmbladeren. Sinds 1843 staat er echter een nieuwe structuur, gebouwd in een Zuid-Indiase stijl, die sindsdien regelmatig aangepast en versterkt is. Dat is dan ook de tempel die je nu aanschouwt. Deze eveneens gratis tempel is wel iets strenger en minder uitnodigend dan degene in Little India vond ik, maar dat is misschien wel vanwege het feit dat Chinatown zo druk bezocht is met toeristen dat ze strenger móéten zijn. Hoe dan ook zijn de gedetailleerde ornamenten prachtig om te bewonderen. De fel gekleurde versieringen geven allerlei goden en andere figuren weer.
We eten natuurlijk ’s avonds de specialiteit in Singapore: Hainan Chicken Rice. Dit is een Zuid-Chinees gerecht waarbij smaakvolle rijst geserveerd wordt met gekookte kip. Het klinkt minder lekker dan het is. Onze taxichauffeur op de eerste avond belooft ons dat we hiervoor naar het Maxwell food court in Singapore moeten. Het standje van Tian Tian is het meest bekende voor dit gerecht, maar is helaas al gesloten als wij er komen (een uur of zeven). We haalden het dus bij één van de andere standjes. Hoewel het het nationale gerecht is van Singapore was ik niet compleet omvergeblazen. Het was prima, maar ik denk dat het bij het juiste tentje wel erg smaakvol is. Hoe dan ook moet je het proberen, en een bordje avondeten kost je maar €2.50. Wie zegt dat Singapore duur is?! Niet als je het zoals de locals doet ;-).
Dat was dan onze eerste dag in Singapore. Ik hoop dat je van mijn reisverslag genoten hebt en er iets aan hebt voor als je zelf Little India of Chinatown wilt bezoeken in Singapore!
4 reacties
Leuk om even “terug” naar Singapore te reizen met jouw foto’s! Geniet nog van jullie reis!
Zo gaaf dat jullie dit avontuur aangaan! En Singapore staat nu ook mijn bucketlist :)
Leuk die herkenning! Is al een tijdje geleden, 8 jaar ofzo? Was er zo’n 5 dagen. Vond Little India ook erg leuk. China Town ook trouwens, maar had bij Little India een wat authentieker gevoel haha. Veel plezier!
Ik ben nu twee keer in Singapore geweest en vond het beide keren zoo leuk! Heb een toptijd gehad.